Dit korte verhaal vormde de inleiding van de Aoldern Neis van januari 2023. Nr. 219.
Wij leven in een dynamisch tijdperk. Veranderingen volgen elkaar snel op zowel op financieel als techniek, politiek, sociaal en klimaat terrein. En geen enkele laat ons ouderen onberoerd. In het verleden voerden wij 55+ in ons vaandel, de leeftijd dat men lid kon worden van onze vereniging. Dit getal is inmiddels verwijderd, want op die leeftijd behoor je nog niet bij de ouderen zegt men.
Zij zijn nog jong en willen vaak nog niet het etiket “lid van de Raad voor Ouderen” dragen. De leeftijd om met pensioen te gaan wordt ook steeds verhoogd en daar zullen wij als vereniging mee om moeten gaan. Daarnaast wordt de gemiddelde leeftijd steeds hoger en ook dat merken wij in ons ledenbestand. Maar ook merken wij het in onze geestelijke vaardigheden, onze mobiliteit en onze lust om ’s avonds de deur uit te gaan. Het aantal bezoekers op een avondactiviteit was niet indrukwekkend. Reden voor ons om de activiteiten die wij organiseren op een middag te plannen.
Een ingrijpende maatschappelijke verandering die wij ondergaan zijn de kosten voor de zorg die over ons komt. Voor sommigen bijna niet op te brengen waardoor deze mensen in de knoei kunnen komen. Meer mantelzorg en meer vrijwilligerswerk is een slogan die wij dagelijks tegenkomen maar het lijkt geen succesformule te worden. Samen de schouders er onder zegt onze regering. De eerste prioriteit voor de mensen die dit uit moeten voeren is “overleven”. Mijn organisatie moeten blijven bestaan en ik moet mijn baan behouden. Pas de tweede prioritiet is de zorg voor de ouderen.
Het is op dit terrein waar wij als R.v.O maatschappelijk van betekenis kunnen zijn. Bij zorgproblemen kunnen wij als organisatie een helpende rol spelen. Wij hebben geen secundaire belangen en naast het organiseren van evenementen is er voldoende ruimte om aan deze doelstelling van onze vereniging “Het behartigen van de belangen van de Ouderen” te kunnen voldoen. Dat deze doelstelling minder goed tot zijn recht komt dan het organiseren van activiteiten heeft wellicht toch te maken met het feit dat op dit gebied meerdere organisaties bezig zijn en wij geen mensen in onze organisatie hebben die zich daar dagelijks mee bezig kunnen houden Wel kunnen wij als doorgeefluik fungeren.
Bertus Lahuis